Kerkhofblommen

01-11-2013 18:41

Kerkhofblommen  (1858) guido Gezelle

Zo daar ooit een blomke groeide
over ‘t graf waarin gij ligt,
of het nog zo schone bloeide:
zuiver als het zonnelicht,
blank gelijk een lelie blank is,
vonklende als een rozenhert,
needrig als de needre ranke is
van de winde daar m' op terdt,
riekend, vol van honing, ende
geren van de bie bezocht,
nog en waar ‘t, voor die u kende,
geen dat u gelijken mocht!
--------------------------------------

daar m' op terdt: waarop men trapt
geren: graag

Ja, vandaag spookte dit gedicht gans de dag door mijn hoofd...Allerheiligen, bezoek aan het kerkhof, de geliefden herdenken...

Deze middag met Laïs te voet naar het kerkhof van Loppem voor een bezoekje aan het graf van mijn lieveling. Ach, ik heb er geen problemen mee en al ben ik helemaal geen kerkhofganger toch kom ik er graag. Het kerkhof van Loppem is zo rustig, zo mooi in het groen en  in de schaduw van de kerk en vandaag met die macht van bloemen in al hun kleurenpracht... Het is bijna een vertrouwde plek voor me geworden met een mooie doorsteek naar het Kasteelpark.

Wilfried's plekje

Ik sta voor het steentje van mijn ventje en ik probeer telkens weer zijn aanwezigheid  te zoeken maar het lukt me niet. Hij is daar niet, neen, ik draag hem met me mee, waar ik ook ga en waar ik ook ben. In de warme geborgenheid van ons huis waar hij gestorven is  daar is mijn veilige haven en koester ik de mooie herinneringen.

We wandelen rustig door het kerkhof en staan nog even stil bij overleden buren, vrienden en bekenden...

Het is een mooie namiddag en ik neem de auto en rijd naar de begraafplaats van Torhout waar onze beide ouders en mijn broer Joël hun laatste rustplaats hebben. Het is de tweede keer dat ik alleen die jaarlijkse bezoekjes breng. Ik mis die troostende arm om mijn schouders, mijn hand in zijn warme sterke hand. Maar het gaat beter, ik ben sterker geworden, ik kan het alleen...

En dan gaat het richting Ichtegem. Achtendertig keer, elk jaar één keer,  heb ik samen met Wilfried het graf van zijn overleden zusje bezocht. Het zusje dat hij nooit heeft gekend en dat lang voor hem geboren was. Ik sta stil, voor de tweede keer,  alleen bij dit kleine grafje en probeer me dit kindje voor te stellen en de band die Wilfried had met dit dode zusje die hij zo graag zag...

Ik geniet van de rit huiswaarts via Ichtegem en Wijnendale, waar zijn en mijn roots liggen en via het glooiende wijdse landschap naar Aartrijke. Ik passeer het Vloetemveld met de looppiste en in mijn wagen luister ik naar Radio 2 waar de muziek van de jaren 70 me doet terugdenken aan al die mooie en gelukkige vervlogen jaren samen met de man die alles voor me betekende....

Ik mis hem, ik mis hem maar toch zing ik luidkeels mee met de liedjes uit de tijd van onze prille relatie en ik voel de kracht en het leven door mijn aderen stromen, het leven dat niet meer hetzelfde is maar toch nog mooi is over de dood van mijn geliefde heen.

Ik prijs mezelf gelukkig met een fijne vriendenkring en met warme familie om me heen en ik maak de balans op van die 13 maanden zonder mijn beste maatje en ik kom tot de vaststelling dat er mij, naast het gemis en het verdriet, toch heel veel goeds overkomen is!